Luchtbevochtiging speelt in luchtbehandelingsinstallaties een steeds grotere rol. Door de conditionering van de aanvoerlucht wordt een aangenaam en gezondheidstimulerend binnenklimaat gecreëerd. Om rekening te houden met de hygiëne, worden normen gebruikt zoals VDI 6022 en 3803. 

Voordelen van luchtbevochtiging

  • Verbetering van de gezondheid
  • Voorkomen van droge ogen/huid
  • Minder overdracht van virussen
  • Binding van fijnstof partikels
  • Koeleffect in de zomer
  • Verhoging van de behaaglijkheid
  • Processtabiliteit op vochtigheidskritische plaatsen

Invloed op de gezondheid

In de vaak genoemde publicaties van Sterling Scofiled van 1985 wordt aangetoond dat de bacteriepopulatie bij een relatieve luchtvochtigheid van minder dan 30% en meer dan 60% stijgt. De viruspopulatie stijgt bij een relatieve luchtvochtigheid van minder dan 50% en meer dan 70%. De schimmelgroei neemt bij 60% toe en neemt sterk toe bij 90%. Mijten groeien bij een vochtigheid van meer dan 50%. Deze gegevens worden intussen door negen andere onderzoeken zoals “Indirect health effects of relative humidity in indoor environments” van Arundel, Sterling & Biggin ondersteund en bevestigen deze inzichten uit de jaren 80.

Daaruit kan een optimale relatieve luchtvochtigheid van 50% ± 10 % worden afgeleid. Daarvoor zijn diverse soorten be- en ontvochtigers verkrijgbaar.

  

Soorten bevochtigers

  

Circulatiesproeibevochtigers

Oorspronkelijk ontworpen als luchtreiniger voor aangezogen lucht, wordt de sproeibevochtiger - ook wel luchtwasser genoemd - momenteel hoofdzakelijk voor de adiabate koeling toegepast.

Het gebruik van circulatiewater kan het waterverbruik met ca. 30% verlagen.

1 Waterbak
2 Circulatiepomp
3 Verstuiversproeiers
4 Druppelafscheider

  

Verdampingsbevochtigers

Verdampingsbevochtigers, ook contact- of doorsijpelingsbevochtigers genoemd, bestaan uit een honingraatlichaam en een verdeelbuis, die van bovenaf water op het verdampingslichaam druppelt. Bij het doorstromen van het contactlichaam neemt de lucht vocht op en wordt dus bevochtigd en gekoeld. De verdampingsbevochtigers worden ook meestal met circulatiewater gebruikt, kunnen echter ook met direct water met een hoger verbruik worden gebruikt.

1 Waterbak
2 Circulatiepomp
3 Verstuiversproeier
4 Condensaatbak
5 Honingraat-bevochtigingscassette
6 Druppelafscheider

  

Hogedrukbevochtigers

Net zoals de circulatiesproeibevochtigers wordt bij de hogedrukbevochtiger water via sproeiers verstoven.

Deze soort bevochtiging werkt met hogedrukpompen met een druk van meer dan 120 bar, zodat vergeleken met een circulatiesproeibevochtiger aanzienlijk fijnere druppels ontstaan. Daardoor vindt een geoptimaliseerde versproeiing en opname van het water plaats. Als subvorm wordt hier de middendrukbevochtiger met een werkdruk tussen 70 en 100 bar genoemd.

1 Pompstation
2 Pompdruk tot 120 bar
3 Hogedruk-verstuivingssproeiers
4 Condensaatbak
5 Druppelafscheider

  

Hybride bevochtigers

Hybride bevochtigers combineren de beide bevochtigingstechnieken verstuiven en verdampen.

Met diverse sproeiers wordt het bevochtigingswater in fijne aerosolen verstoven en aan de luchtstroom ter verdamping toegevoegd. De niet-verdampte waterdeeltjes slaan neer op een contactmassa en verdampen daar. Hoe groter het verdampingsoppervlak, des te hoger de naverdamping. Door de dubbele verdampingsstrategie ontstaat slechts weinig overtollig water, dat om hygiëne- en efficiëntiele redenen niet wordt opgeslagen, maar direct wordt afgevoerd.

1 Waterbak
2 Circulatiepomp
3 Hogedruk-verstuivingssproeiers
4 Condensaatbak
5 Zeer poreuze keramische platen

  

Stoomluchtbevochtigers

De bevochtiging van lucht met stoom kan als de hygiënisch veiligste vorm van luchtbevochtiging worden beschouwd, omdat de lucht vanwege de verdampingstemperatuur van minimaal 100 °C niet met micro-organismen wordt verrijkt. De stoombevochtiging kan worden verdeeld in eigen en externe stoombevochtiging.

Eigenstoombevochtiging

Bij de eigenstoombevochtiging wordt de benodigde stoom in de stoomgenerator zelf opgewekt en direct gebruikt. Hierbij worden systemen met de energiedragers gas of stroom (elektroden/verwarmingsstaaf/weerstand) gebruikt. Via stoomverdelersystemen bestaan uit slangen en stoomlanzen wordt de opgewerkte stoom aan de luchtstroom in of achter de luchtbehandelingsinstallatie worden toegevoegd.

1 Stoomgenerator (elektroden-stoomgenerator, verwarmingsstaaf-stoomgenerator of gas-stoomgenerator)
2 Verdampingstemperatuur min. 100 °C
3 Stoomverdelersystemen met stoomsproeiers

  

Externe stoombevochtiging

Als een centrale stoomproductie aanwezig is, kan de stoom via een leidingnet naar het luchtbehandelingsapparaat worden geleid en hoeft men niet lokaal zelf stoom te produceren. Daarbij moet de bedrijfstijd van de luchtbehandelingsinstallatie correleren met de beschikbaarheid van de stoom. 

 

1 Externe stoomgenerator
2 Stoomverdelersysteem

  

terug naar het RLT-apparaat