Koudemiddelverordening ter beperking van de klimaatverandering
Sinds 1 januari 2015 geldt de verordening (EU) nr. 517/2014 betreffende gefluoreerde broeikasgassen waarmee de verordening (EG) nr. 842/2006 inzake bepaalde gefluoreerde broeikasgassen wordt ingetrokken. De nieuwe F-gassenverordening bevat onder meer verboden voor het gebruik van F-gassen en verboden voor het op de markt brengen van producten die F-gassen bevatten. Met nr. 517/2014 moeten de emissies van gefluorideerde broeikasgassen voor 2030 worden teruggebracht tot ongeveer 35 miljoen ton CO2-equivalent.
Tot de F-gassen behoren nagenoeg alle momenteel gangbare en gebruikte koelmiddelen voor de koude- en klimaattechniek. Een aantal van deze koudemiddelen worden op bepaalde datums onmiddellijk verboden (zie tabel), andere worden door een uitfasering duidelijk duurder.
Het Europese parlement probeert het aardopwarmingseffect al een aantal jaren terug te dringen met onder meer de F-gassenverordening. De reductie van de hoeveelheid gebeurt hierbij stapsgewijs tot het jaar 2032. In dat jaar mag nog maar 14 procent van de gemiddelde hoeveelheid tussen 2009 en 2014 in het verkeer worden gebracht – en dat bij een groeiende markt voor koude- en temperatuurregeling.
Jaar |
2015 |
2016-17 |
2018-20 |
2021-23 |
2024-26 |
2027-29 |
2030 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Vermindering met |
100% |
7% |
37% |
55% |
69% |
76% |
79% |
Vooralsnog heeft de F-gassenverordening ertoe geleid dat de koudemiddelprijzen sinds 2017 fors zijn gestegen. De prijzen van de koudemiddelen die gewoonlijk voor airconditioning worden gebruikt, zijn daarbij tussen maart en eind 2017 meer dan verdubbeld. Deze trend houdt aan.
Een aantal koudemiddelen voor koudetechnische installaties was door de quotumregeling van de uitfasering eind 2017 al niet meer verkrijgbaar. Ook de kwestie van de aansprakelijkheid is nog niet beantwoord. Als tegenwoordig een vakman een installatie met grote vulhoeveelheden van een koudemiddel met een hoog GWP of aardopwarmingseffect plant, moet deze er met zijn vakkennis van uitgaan dat het middel op middellange termijn niet meer verkrijgbaar zal zijn of op zijn minst extreem duur zal worden. Exploitanten die hierover onvoldoende zijn geïnformeerd, kunnen dan zelfs nog jaren later schadevergoeding eisen. Dat wordt ten minste door een aantal juristen momenteel zo gezien.
Was kun je doen?
In tegenstelling tot directe verdampingsinstallaties waarbij het koudemiddel van de buitenunit naar de laatste binnenunit in de leidingen stroomt, wordt dit bij koudwateropwekkers en warmtepompen alleen in de opwekker zelf gebruikt. Zo zijn de vulhoeveelheden aanzienlijk lager en zijn er minder punten waar lekkages kunnen ontstaan. Overstappen op een alternatief koudemiddel met een kleiner GWP kan een mogelijkheid zijn – maar het gevaar schuilt hier in de details. Want alle koudemiddelen voor temperatuurregeling met een GWP lager dan 1000 (in de toekomst moet dit veel lager zijn dan 1000) zijn brandbaar (of hebben andere negatieve eigenschappen).
Door de verkoopbare hoeveelheid koudemiddel te beperken wordt een enorme prijsstijging per kilogram koudemiddel verwacht. Het verbod op het gebruik van bepaalde F-gassen zorgt er bovendien voor dat een toename van koudemiddelen met lage GWP's (Global Warming Potential, aardopwarmingseffect) wordt verwacht. Hierbij gaat het voornamelijk om 'natuurlijke' koudemiddelen zoals CO2 of propaan. Deze koudemiddelen hebben echter nare eigenschappen zoals zeer hoge drukken (CO2) of brandbaarheid (propaan).
Deze eigenschappen alsook de verwachte stijging van de kiloprijs van het koudemiddel doet vermoeden dat er een trend is naar geringe vulhoeveelheden. Installaties met sterk vertakte leidingsystemen zullen in de toekomst waarschijnlijk onrendabel zijn. Een denkbaar alternatief vormen koudwateropwekkers, waarbij de koelenergie naar een dragersysteem zoals water wordt overgedragen.
De F-gassenverordening in een leervideo
Van de effecten en oplossingen rondom het thema 'F-gassenverordening' heeft de Kampmann Kampus een leervideo gemaakt.